Wiki90.com

Wiki90: stijlencyclopedie uit de jaren 90 op internet

Duik in Wiki90, de online encyclopedie die de geest van de jaren 90 weergeeft. Met een ontwerp dat doet denken aan de begindagen van het internet en een rijke opslagplaats van kennis, is Wiki90 jouw portaal naar nostalgie en leren. Ontdek en herbeleef iconische momenten uit een onvergetelijk tijdperk online!

Allopatrische soortvorming

In dit artikel gaan we ons verdiepen in de spannende wereld van Allopatrische soortvorming. Vanaf het begin tot de dag van vandaag zullen we elk relevant aspect onderzoeken dat de evolutie van Allopatrische soortvorming in de loop van de tijd heeft gemarkeerd. We analyseren de impact ervan op de samenleving, de invloed ervan op verschillende gebieden en de verschillende perspectieven die rond dit onderwerp bestaan. We zullen ons onderdompelen in de vele facetten ervan, in een poging de ware essentie ervan te begrijpen en de rol die het speelt in ons leven. Ga met ons mee op deze reis van ontdekking en reflectie over Allopatrische soortvorming.

De vier vormen van soortvorming: Allopatrische soortvorming, peripatrische soortvorming, parapatrische soortvorming en sympatrische soortvorming.

Allopatrische soortvorming is soortvorming waarbij dochtersoorten ontstaan uit een vooroudersoort bij een duidelijk aanwijsbare ruimtelijke scheiding tussen de dochterpopulaties en de oudersoort die wordt veroorzaakt door geologische verschijnselen of migratie. Door die scheiding kunnen de dochterpopulaties zich op den duur ontwikkelen tot aparte soorten. De dochtersoorten ontstaan dus in een ander (allos) gebied of 'vaderland' ( patris). Dit in tegenstelling tot sympatrische soortvorming waarbij de soorten ontstaan zonder ruimtelijke scheiding.

De Wet van Hardy-Weinberg voorspelt dat in een oneindig grote populatie de frequentie van allelen stabiel zal blijven. Omgekeerd zal in een kleine populatie de frequentie van allelen snel kunnen veranderen.

Genetische drift

Een kleine afgescheiden populatie zal niet alle genetische variatie bevatten die de hoofdpopulatie heeft. Hierdoor zullen na enkele generaties al verschillen optreden tussen de oorspronkelijke en de afgescheiden populatie. Nieuwe mutaties kunnen zich door toeval in een kleine populatie sneller en beter verspreiden dan in een grote populatie. Daarnaast kan de afgescheiden populatie onder een andere selectiedruk staan dan de oorspronkelijke populatie, waardoor natuurlijke selectie andere varianten zal bevoordelen.