Wiki90: stijlencyclopedie uit de jaren 90 op internet
Eurovisiesongfestival 2007
In de wereld van vandaag is Eurovisiesongfestival 2007 een onderwerp dat een groot aantal mensen interesseert. Of het nu vanwege de relevantie ervan in de samenleving is, of vanwege de impact ervan op het dagelijks leven van mensen, Eurovisiesongfestival 2007 blijft debatten en discussies genereren op verschillende gebieden. Vanaf het begin tot aan de mogelijke gevolgen heeft Eurovisiesongfestival 2007 de belangstelling van academici, deskundigen en het grote publiek weten vast te houden. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Eurovisiesongfestival 2007 onderzoeken, waarbij we het belang, de implicaties en de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren.
Het was het 52ste festival. Voor de laatste keer werd met één halve finale gewerkt waaraan 28 landen deelnamen. 10 daarvan zouden 14 rechtstreeks geplaatste landen in de finale vergezellen. De halve finale was de uitzending met het hoogste aantal deelnemers, mede door vier nieuwe landen die voor het eerst deelnamen. Na de vorige edities ontstond er veel kritiek op het festival. De overwinning van de Finse rockgroep Lordi was voor veel mensen enkel aan de act met de monsterpakken toe te wijzen, waardoor er gesteld werd dat de show de muziek overheerste. Ook was er veel kritiek op het stemgedrag van verschillende landenblokken. De landen van de Balkan, de voormalige Sovjet-Unie en Scandinavië stemden massaal voor elkaar, waardoor het voor de andere landen moeilijker was om hoge plaatsen te halen of de halve finale te overleven. De procedure met televoting bleef niettemin behouden in 2007.
Duitsland, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk waren rechtstreeks geplaatst als de vier landen die financieel het meest bijdragen aan het Eurovisiesongfestival. Daarnaast mochten de 10 best geklasseerde landen uit 2006 in de finale aantreden. Door de overwinning van een rocknummer in 2006 waren er dit jaar verschillende inzendingen in die stijl, echter zonder veel succes. Er werden ook andere minder gebruikelijke muziekstijlen geprobeerd, zoals blues (Hongarije) en opera (Slovenië). Opvallende inzendingen waren onder meer het Italiaanse nummer uit Letland en het debuutnummer van Georgië dat na de Rozenrevolutie voor het eerst deelnam en in de act de nationale kleuren rood en wit optimaal liet uitspelen. Denemarken en Oekraïne zonden travestienummers in. Opmerkelijk was dat de landen van het voormalige Joegoeslavië allemaal geheel of gedeeltelijk in de eigen landstaal zongen.
Finale
De puntentelling verliep zoals de voorgaande jaren. Het scorebord was een videopresentatie. De landen werden volgens een geloote volgorde opgeroepen voor het geven van de punten. De laagste punten werden meteen bijgeteld en enkel de drie hoogste werden nog voorgelezen. Op het scorebord werd de volgorde van de landen meteen aangepast. Traditioneel werd er vanuit het publiek veel ongenoegen geuit bij het toekennen van punten aan buurlanden, vooral bij Centraal- en Oost-Europese landen. Na het voorlaatste land was het duidelijk dat Servië niet meer kon verliezen. Het land won zo al meteen bij zijn eerste deelname aan het festival. Het was een opvallende winnaar daar het in Servo-Kroatisch gezongen werd en het een ballade met dramatische opbouw was. Het lag in de stijl van enkele succesvolle nummers uit de regio van de voorbije jaren. Het was al van 1998 geleden dat een nummer dat niet (gedeeltelijk) in het Engels gezongen werd, won. Er werd weleens gesteld dat het nummer ook won omdat het het tegenovergestelde was van het rocknummer van Lordi vorig jaar.
Topfavoriet Oekraïne was met het shownummer van het typetje Vjerka Serdjoetsjka tweede voor het stevige popnummer van Rusland. Het Bulgaarse percussienummer met etnische invloeden werd vijfde en was daarmee tot 2016 het best scorende Bulgaarse nummer. De zesde plaats voor Wit-Rusland is ook de hoogste plaats voor dat land ooit. Opvallend was dat drie niet-Engelstalige nummer de top vijf behaalden. Net zoals de voorgaande jaren deden de landen uit de halve finale het beter dan de rechtstreeks geplaatste landen. Zes van de tien landen haalden de top 10. Het laagst scorende land uit de halve finale werd 16de. De grote vier landen deden het opnieuw slecht en zaten allemaal bij de laatste zes.
De halve finale bestond uit 28 deelnemers, het hoogste aantal ooit. Twee landen keerden na een jaar afwezigheid terug en vier landen maakten hun debuut. Alle landen stemden met televoting behalve Albanië en Andorra waar er te weinig gestemd werd en de back-upjury zijn werk deed. De tien best scorende landen mochten naar de finale. Deze kwamen allemaal uit Centraal- en Oost-Europa wat tot heel wat kritiek leidde. België en Nederland scoorden slecht met een 26ste en 21ste plaats, wat vooral in Nederland een ontgoocheling was gezien de Nederlandse Edsilia in het verleden al eens vierde was geweest op het festival. Tsjechië werd bij zijn debuut meteen laatste.
Georgië: het Kaukasische land werd in 2006 volwaardig lid van de EBU en mocht zo een jaar na Armenië debuteren.
Montenegro: Montenegro en Servië namen in het verleden deel als onderdeel van Joegoeslavië en Servië en Montenegro, maar het land splitste in 2006, waardoor beide nu voor het eerst als onafhankelijke staten deelnamen.
Servië: Montenegro en Servië namen in het verleden deel als onderdeel van Joegoeslavië en Servië en Montenegro, maar het land splitste in 2006, waardoor beide nu voor het eerst als onafhankelijke staten deelnamen. Het land won, waardoor het een van de weinige landen is die bij hun debuut meteen de winst binnenhaalde.
Tsjechië: Tsjechië was het enige Centraal-Europese land dat nog nooit aan het festival had deelgenomen.
Monaco: na drie tegenvallende resultaten besloot de dwergstaat niet meer deel te nemen. Financiële overwegingen speelden ook mee. De inzending van 2006 was in 2023 ook de laatste deelname van Monaco ooit.