Wiki90: stijlencyclopedie uit de jaren 90 op internet
In de moderne wereld is Gouden Spike (België) een onderwerp van voortdurende discussie en belangstelling geweest. Of het nu komt door de impact ervan op de samenleving, de relevantie ervan vandaag de dag of de invloed ervan op ons dagelijks leven, Gouden Spike (België) is het onderwerp geweest van talloze studies en onderzoeken. Vanaf het begin tot de huidige evolutie is Gouden Spike (België) een onderwerp geweest dat de aandacht heeft getrokken van academici, experts en mensen van alle leeftijden en achtergronden. In dit artikel zullen we de vele aspecten van Gouden Spike (België) onderzoeken en het belang ervan in de huidige samenleving, evenals de relevantie ervan in de toekomst.
De Gouden Spike is de belangrijkste atletiekprijs in België. Sinds 1988 bekroont hij de beste atleet en atlete van het land van het afgelopen jaar. Voordien werd hij afwisselend uitgereikt aan een loper of kamper, die tijdens de twee voorgaande jaren de beste prestatie leverde van de atleten die de prijs voordien nog niet gewonnen hadden.
De Gouden Spike werd in 1954 voor het eerst toegekend. Tot 1987 werd de prijs alternerend toegekend aan een loper en een kamper met de beste prestatie van de afgelopen twee jaren. De prijs kon slechts een keer gewonnen worden zodat meestal niet eens de beste prestatie van het seizoen werd beloond. Sinds 1974 wordt er ook een Gouden Spike aan een atlete toegekend.
In 1988 werd de prijs hervormd en werd de winnaar via een stemming aangeduid. Vanaf toen werden ook Zilveren en Bronzen Spikes uitgedeeld en krijgen ook de beste beloftes een Gouden Spike. Vanaf toen kon de prijs ook verschillende malen gewonnen worden. De voorgangers van de Gouden Spike waren de Grote Ereprijs KBAB bij de mannen en de Grote Feminaprijs KBAB bij de vrouwen. Die werden vanaf 1988 niet meer uitgereikt.
Jaar | Winnaar | Winnares |
---|---|---|
1954 | Lucien De Muynck | |
1955 | Walter Herssens | |
1956 | Roger Moens | |
1957 | Henri Haest | |
1958 | Roger Verheuen | |
1959 | Edouard Szostak | |
1960 | Gaston Roelants | |
1961 | Georges Salmon | |
1962 | Aureel Vandendriessche | |
1963 | Paul Coppejans | |
1964 | Eugène Allonsius | |
1965 | Leo Mariën | |
1966 | André Dehertoghe | |
1967 | Roger Lespagnard | |
1968 | Willy Polleunis | |
1969 | Philippe Housiaux | |
1970 | Miel Puttemans | |
1971 | Freddy Herbrand | |
1972 | Karel Lismont | |
1973 | Régis Ghesquière | |
1974 | Marc Smet | Sonja Castelein |
1975 | Bruno Brokken | Hilde Van Dijck |
1976 | Ivo Van Damme | Bernadette Van Roy |
1977 | Patrick Desruelles Elie Van Vlierberghe |
Anne-Marie Pira |
1978 | Fons Brydenbach | Lea Alaerts |
1979 | Ronald Desruelles | Chris Soetewey |
1980 | Leon Schots | Magda Ilands |
1981 | Eddy Annys | Françoise Van Poelvoorde |
1982 | Alex Hagelsteens | Anne Michel |
1983 | Jean-Marc Jacques Jan Van Hocht |
Chris Van Landschoot |
1984 | William Van Dijck | Marie-Christine Deurbroeck |
1985 | Marc Borra | Jacqueline Hautenauve |
1986 | Vincent Rousseau | Lieve Slegers |
1987 | Didier Falise | Hilde Vervaet |
Bronnen, noten en/of referenties
|