Wiki90: stijlencyclopedie uit de jaren 90 op internet
In dit artikel zullen we alles onderzoeken wat met Vierde Geneefse Conventie te maken heeft, van de historische oorsprong tot de impact ervan op de hedendaagse samenleving. Vierde Geneefse Conventie is door de jaren heen een gepassioneerd en controversieel onderwerp geweest, dat op verschillende gebieden voor discussie en belangstelling heeft gezorgd. Door middel van een uitgebreide en gedetailleerde analyse zullen we ons verdiepen in de complexiteit van Vierde Geneefse Conventie, waarbij we de verschillende facetten en perspectieven ervan onderzoeken. Vanaf de oorsprong tot de hedendaagse evolutie biedt dit artikel een uitgebreid overzicht van Vierde Geneefse Conventie en de relevantie ervan in de wereld van vandaag.
Internationaal recht | |||||
|
De Vierde Geneefse Conventie van 1949 (voluit Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd afgekort GC IV) is het laatste van de vier Geneefse verdragen die in 1949 gesloten zijn. De officiële taalversies van het verdrag zijn Frans en Engels. De officiële Franse naam is Convention de Genève relative à la protection des personnes civiles en temps de guerre; de Engelse luidt Geneva convention relative to the protection of civilian persons in time of war.
De Vierde Conventie van Genève betreft de bescherming van burgers tijdens oorlogstijd in handen van een vijand of onder bezetting door een vreemde mogendheid. Dit dient men niet te verwarren met de Derde Geneefse Conventie, die handelt over de bescherming van krijgsgevangenen. De vierde conventie regelt niet alles met betrekking tot de bezetting van bezette gebieden, zo is het Haagse Reglement nog steeds het primaire verdrag dat betrekking heeft op het bestuur van bezette gebieden. Het vierde verdrag vervangt de bepalingen in het Haagse Reglement daarom niet, maar vult deze alleen aan. De vierde conventie werd gepubliceerd op 12 augustus 1949, op het einde van een bijeenkomst van 21 april tot 12 augustus 1949. Deze conventie trad in werking op 21 oktober 1950.
Sinds Zuid-Soedan en Palestina het verdrag van 1949 respectievelijk op 25 januari 2013 en 2 april 2014 ondertekenden, is de conventie thans door 196 landen geratificeerd.
Het verdrag slaat op alle personen die niet tot de strijdkrachten behoren, niet aan de vijandelijkheden deelnemen en in handen van de vijand of een bezetter terechtkomen .
Ze moeten:
Wanneer vastgehouden hebben burgers dezelfde rechten als krijgsgevangenen. Er moet getracht worden families bij elkaar te houden en op vraag kinderen bij de ouders te plaatsen. Gewonden, zieken, verplegers en ziekentransporten genieten extra bescherming, mogelijk onder Rode Kruis-embleem.
Ze mogen niet:
Bronnen, noten en/of referenties
|